Viering avondmaal

Voorwoord


In onze gemeente proberen wij aandacht te schenken aan de eigen kleur en het eigen karakter van de verschillende zondagen
Dat kan ook tot uiting komen in de teksten, die bij de Avondsmaalliturgie gesproken worden. Met dat doel hebben we in dit boekje een aantal verschillende Avondsmaal liturgieën bijéén gebracht.


Rekening houdend met de zondagen waarop wij Avondmaal vieren (de tweede zondag van de even maanden), hebben wij een liturgie voor de Adventstijd, voor de Veertigdagentijd, voor Pasen en voor de tijd rond Pinksteren uitgezocht, Daarnaast zijn er drie liturgieën voor algemeen gebruik waarbij wij ook gedacht hebben aan de toegankelijkheid voor kinderen.

Nagele, januari 2009 (gedigitaliseerd)

Inhoudsopgave

Voorwoord   

1    Inleiding   

2    Viering van het avondmaal in de adventstijd   

3    Viering van het avondmaal in de veertigdagentijd   

4    Viering van het avondmaal rond Pasen   

5    Viering van het avondmaal rond Pinksteren   

6    Voor algemeen gebruik   

6.1    Voor algemeen gebruik I    

6.2    Voor algemeen gebruik II   

6.3    Voor algemeen gebruik III   

Bijlage   

Bijlage I     De apostolische geloofsbelijdenis   

Bijlage II    Het onze vader   

Bijlage III   De tafel van samen   

Bijlage IV   Feest van brood en wijn   

Bijlage V    Een huis voor god e.a.   

Bijlage VI   Een schaal met brood, een beker wijn   

Bijlage VI   Gedenken wij dankbaar de daden des Heren   

Literatuur   

1    Inleiding

Viering van het Avondmaal.
De Avondmaalsliturgie kent meestal de volgende onderdelen:
Na de verkondiging zingen wij staande de Apostolische Geloofsbelijdenis
Tijdens het naspel wordt de Avondmaalscollecte gehouden en de Avondmaalstafel klaar gemaakt.

  • nodigen (de Heer heeft Zijn tafel bereid …)
  • groet.
  • het in gedachtenis roepen van de grote daden van God, uitlopend op het ‘Heilig, heilig, heilig’ .*
  • gedachtenis aan Jezus rondom de inzettingzwoorden (Want in de nacht….)
  • zingen ‘Als wij dan eten van dit brood’. *
  • vraag om de Heilige Geest.
  • bidden van het ONZE VADER. *
  • zingen ‘Christus, heilig Godslam’. *
  • uitdeling van brood en wijn.
  • dankzegging.


* deze onderdelen vindt u in de bijlagen

2    Viering van het avondmaal in de adventstijd


Voorganger:

De Heer heeft zijn tafel bereid voor wie in Hem geloven en Hem liefhebben. Wij nodigen u en jullie als dienaren van Jezus Christus om dankbaar en gelovig met ons de gebeden te zeggen en brood en wijn te ontvangen uit zijn hand.


De Heer zij met u. Verheft uw harten tot God.
Laat ons de Here onze God dankzeggen want Hij verdient onze dank.


U moeten wij danken, Heer, onze God, overal en altijd,

door Jezus Christus, onze Heer.

Want veelbelovend is Uw woord: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, een stad, een land van vrede voor de mensen, dat hebt Gij ons beloofd en dat is ons bevestigd in Jezus, Uw Zoon, de eerstgeborene van Uw toekomst.


Daarom stemmen wij van harte in met heel de lof van Uw volk door de eeuwen, van allen die staan rond Uw troon en zingen vol vreugde, U toe:


Gemeente zingt:

Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven.
boven ons mensen:
de naam van God de Heer!

Heilig, heilig, heilig,

Schepper van de wereld,

mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)


Voorganger:
Gezegend zijt Gij, God onze Vader en gezegend is Hij die komt in Uw Naam, Jezus, Uw Zoon, want in Hem is Uw Rijk ons nabij gekomen: Hij was in levende lijve Uw heil, Uw wil, en Hij heeft voorgoed de hoop in ons wakker geroepen, dïe in de nacht waarin Hij werd overgeleverd het brood nam, de dankzegging uitsprak, het brak en zei: 

“Neemt en eet, dit is Mijn lichaam, doet dit tot Mijn gedachtenis”, evenzo de beker, en Hij zei:
“Drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed,
doet dit tot Mijn gedachtenis”.


Gemeente zingt:

Als wij dan eten van dit brood

en drinken uit deze beker

verkondigen wij de dood des Heren

totdat Hij komt.


Voorganger:
Zend dan, o God,
Uw Geest in ons midden en versterk in ons allen de liefde en de hoop, zodat wij licht kunnen brengen  waar duisternis heerst,
en vooruit durven lopen op Uw grote toekomst,

waarin U eer wordt gebracht en vrede op aarde zal heersen.


Wij bidden er om met de woorden die Jezus ons heeft geleerd:


Gemeente bidt:
ONZE VADER…….

Gemeente zingt:
Christus, heilig Godsiam,

die der wereld zonden draagt,

ontferm U onzer;

Christus, heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,

ontferm U onzer;

Christus, heilig Godsiam,

die der wereld zonden draagt,

geef ons Uwen vrede!

Amen.

(of een lied van gelijke strekking)

Uitdeling van brood en wijn:

Het brood, dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus.
Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.
De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is gemeenschap met het bloed van Christus,
Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus Christus vergoten ïs tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

3    Viering van het avondmaal in de veertigdagentijd

Voorganger:
De Heer heeft zijn tafel bereid voor wie in Hem geloven en Hem liefhebben, Wij nodigen u en jullie als dienaren van Jezus Christus om dankbaar en gelovig met ons de gebeden te zeggen en brood en wijn te ontvangen uit zijn hand.

Voorganger:    De Heer zal bij u zijn.

Gemeente:        DE HEER ZAL U BEWAREN!

Voorganger:    Verheft uw hart!
Gemeente:        WIJ ZIJN MET ONS HART BIJ DE HEER.
Voorganger:    Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Gemeente:        HIJ IS ONZE DANKBAARHEID WAARDIG,

Voorganger:
U moeten wij danken, Heer onze God, overal en altijd,

door Jezus Christus, onze Heer. Want Gij zijt onze bondgenoot op leven en dood; Gij hebt ons geroepen op weg te gaan door water en woestijn naar het land van belofte; Uw Woord wijst ons de weg; Uw Geest houdt ons in leven.


Daarom, Heer, onze God, samen met allen die Uw roep hebben gehoord en Uw weg zijn gegaan, tegen al wat U onteert, tegen al wat ons bedreigt, verheffen ook wij onze stem en zingen vol vreugde U toe:


Gemeente zingt:
Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven

boven ons mensen
de Naam van God de Heer!
Heilig, heilig, heilig,
Schepper van de wereld,
mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)

Voorganger:
Gezegend zijt Gij, God onze Vader en gezegend is Hij die komt in Uw Naam, Jezus, Uw Zoon, want Hij heeft ons de weg gewezen en is ons allen voorgegaan door de nacht van onze duisternis naar de morgen van Uw licht; Hij is U getrouw gebleven en heeft ons liefgehad tot het bittere einde; en toen Hij gekruisigd werd als de minste van de mensen, hebt Gij Hem opgewekt uit de doden als eerste van ons allen en Hem de Naam gegeven boven alle naam, Laat uw Geest zijn woorden vervullen
nu wij doen wat Hij ons opdroeg: Hij heeft in de nacht van de overlevering het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, het gebroken en aan zijn discipelen gegeven, en gezegd: “Neemt en eet,
dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis”. Zo heeft Hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd: Drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.

Gemeente zingt:
Als wij dan eten van dit brood

en drinken uit deze beker

verkondigen wij de dood des Heren

totdat Hij komt.

Voorganger:
Bijeen tot zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, met dit brood en deze beker en wij bidden U! Gedenk het offer van de Zoon van uw liefde en aanvaard ons offer van lof en dank zend uw Geest in ons midden en voeg ons allen tezamen tot een levende gemeenschap die U eert en dient, recht doet aan mensen, vrede sticht op aarde en hoopvol uw dag tegemoet gaat. Gezegend zijt Gij, o God, nu en alle dagen en in uw Rijk dat komt,
door Jezus Christus onze Heer. Amen.

Gemeente zingt:
Christus, heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,

ontferm U onzer;

Christus, heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,

ontferm U onzer; Christus,

heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,

geef ons Uwen vrede! 

Amen.

(of een lied van gelijke strekking)

Uitdeling van brood en wijn 


Het brood, dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus.

De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is

gemeenschap met het bloed van Christus.

4    Viering van het avondmaal rond Pasen


Voorganger:
De Here der heerscharen richt zijn tafel aan van brood en wijn. Een maaltijd die een voorproefje geeft van het grote bruiloftsfeest, het feestmaal voor alle volken. Met brood en wijn die de nasmaak hebben van Jezus Christus, wiens leven in ons midden verbroken is. Als teken en bekrachtiging van onze eenheid met Hem staat nu de tafel klaar, Wij mogen u en jullie uitnodigen om dankbaar en gelovig God te bidden en te loven en brood en wijn uit zijn hand te ontvangen.


U komt onze dank toe, Heer onze God, overal en altijd, door Jezus onze Heer. Want Gij hebt ons uw Naam genoemd en uw hart getoond. De zee hebt Gij bedwongen en het morgenlicht ontboden. Uw machtige arm zal de tirannie temeer slaan en behoedzaam oprichten wie gebogen gaan. Alle tranen zult Gij drogen en wij zullen lachen en juichen. Uw Naam is Bondgenoot, uw Naam is Mensenredder. Daarom, Heer onze God, verheffen wij onze stem om samen met al uw mensen, allen die lijden en strijden en allen die door U zijn opgericht, heel het volk van uw liefde, U van ganser harte de lofzang toe te zingen:

Gemeente zingt:
Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven
boven ons mensen:
de naam van God de Heer!
Heilig, heilig, heilig,
Schepper van de wereld,
mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)


Voorganger:
Gezegend zijt Gij, God onze Vader, en gezegend is Jezus die komt in uw Naam. Want Hij die ten onder ging aan mensen als wij en die verdronken is, in de diepte van de dood, als een licht is Hij ons opgegaan, het levenslicht voor ons allen die ten dode opgeschreven zijn. Laat Uw Geest Zijn woorden vervullen nu wij doen wat Hij ons opdroeg: Hij heeft in de nacht van de overlevering het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, het gebroken en aan zijn discipelen gegeven, en gezegd:
Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo heeft Hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd: drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden, Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.

gemeente zingt:
Als wij dan eten van dit brood

en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren

totdat Hij komt.

Voorganger:
Bijéén tot zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, met dit brood en deze beker en wij bidden U: gedenk het offer van de Zoon van uw liefde en aanvaard ons offer van lor en dank, kom met Uw Geest in ons midden en beadem ons bestaan, dat wij als opgewekte mensen uw liefde delen, uw waarheid spreken, uw recht en vrede behartigen. Gezegend zij Uw Naam, God van ons leven, hier en nu en tot in lengte van dagen, door Jezus Christus onze Heer.


gemeente: AMEN


Uitdeling van brood en wijn:


Het brood, dat wij breken is gemeenschap lichaam van Christus.

Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het van onze Here Jezus Christus gegeven is volkomen verzoening van al onze zonden.

De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is gemeenschap met het bloed van Christus. Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

5    Viering van het avondmaal rond Pinksteren

Voorganger:

De Heer heeft zijn tafel bereid voor wie in Hem geloven en Hem liefnebben, Wij nodigen u en jullie als dienaren van Jezus Christus
om dankbaar en gelovig met ons de gebeden te zeggen en brood en wijn te ontvangen uit zijn hand.


Voorganger:    Vrede met u allen.

Gemeente:        VREDE OOK MET U.

Voorganger:    Verheft uw harten tot God!
Gemeente:        WIJ HEFFEN ZE OP TOT DE HEER.

Voorganger:    Laten wij danken de Heer onze God.

Gemeente:        HET PAST ONS DE HEER TE DANKEN.


Voorganger:
U komt onze dank toe, Heer, onze God, overal en altijd,
door Jezus onze Heer. Want als kracht van omhoog, als vuur in onze koude, als stem in onze stilte, als leven voor de doden, zijt Gij in ons midden gedaald. Tot het einde van de tijd zal waaien uw adem, zal klinken uw stem: tegenwind en weerwoord in een harde wereld van kale feiten
en kille waarheden. Daarom, Heer, onze God, verheffen wij; onze stem. Om samen met allen die door U zijn geraakt en van Uw Geest zijn bezield. U van ganser harte de lofzang toe te zingen:

Gemeente zingt:
Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven
boven ons mensen:
de naam van God de Heer!
Heilig, heilig, heilig,
Schepper van de wereld,
mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)


Voorganger:
Gezegend zijt Gij, God onze Vader, en gezegend is Jezus, die komt in uw Naam. Want Hij heeft zijn volk niet verlaten, maar jaat ons allen voor
en vuurt ons aan als uw stem die ons hart verwarmt, als uw woord dat ons opwekt uit een doods bestaan. Laat uw Geest zijn woorden vervullen nu wij doen wat hij ons opdroeg: Hij heeft in de nacht van de overlevering het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, het gebroken en aan zijn discipelen gegeven, en gezegd:
Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo heeft Hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd:

Drinkt allen daar uit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt tot mijn gedachtenis.

Gemeente zingt:

Als wij dan eten van dit brood

en drinken uit deze beker

verkondigen wij de dood des Heren

totdat Hij komt.


Voorganger:
Bijéén tot zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, met dit brood en deze beker en wij bidden U: gedenk het offer van de Zoon van uw liefde en aanvaard ons offer van lof en dank, zend uw scheppende Geest en maak ons tot lichaam van Christus, verbonden met Hem en elkaar, als een wolk van getuigen, een levende tegenspraak tegen alles op aarde wat moedeloos maakt en wanhopig. Want zo wordt uw Naam gezegend, God onze Vader, hier en overal, nu en tot in lengte van dagen, door Jezus Christus onze Heer.


Gemeente: AMEN


Uitdeling van brood en wijn 


Het brood, dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus.


De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is gemeenschap met het bloed van Christus.

  1. Voor algemeen gebruik

6.1    Voor algemeen gebruik I

Voorganger:
De Heer heeft zijn tafel bereid voor wie in Hem geloven en Hem liefhebben, Wij nodigen u en jullie als dienaren van Jezus Christus om dankbaar en gelovig met ons de gebeden te zeggen en brood en wijn te ontvangen uit zijn hand.


De Heer zij met u.

Verheft uw harten tot God.
Laat ons de Here onze God dankzeggen

want Hij verdient onze dank.

 
Ja waarlijk, het past ons, o Heer, goed is het en heilzaam,

dat wij U dankzeggen, overal en altijd, Heilige Vader, eeuwige God,

door Christus, onze Heer, die ons mensen is gelijk geworden en zich vernederd heeft tot de dood, ja, tot de dood van het kruis.

Daarom hebt U Hem uitermate verhoogd en Hem een naam gegeven boven alle naam, opdat in zijn naam zich zou buigen alle knie van hen die in de hemel en op de aarde zijn tot eer van God.de Vader.

En daarom met engelen en machten en krachten, met allen die staan voor uw troon verheffen ook wij onze stem en zingen U vol vreugde toe:

gemeente zingt:
Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven
boven ons mensen:
de Naam van God de Heer!
Heilig, heilig, heilig,
Schepper van de wereld,
mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)


voorganger:
Wij zegenen U omwille van Jezus, Uw Zoon, Uw onvolprezen gave,

die is overgeleverd om onze overtredingen en om onze rechtvaardiging is opgewekt en zo alles heeft volbracht, die zich met hart en ziel aan deze wereld heeft gegeven.

Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, nam Hij een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en zei:
Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis.

Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zei:

deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit zo dikwijls gij die drinkt tot mijn gedachtenis.


gemeente zingt:
Als wij dan eten van dit brood

en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren

totdat Hij komt.

voorganger:
Zo gedenken wij het verlossend lijden van de Messias, onze Heer,

die verrezen is en leeft.

En wij verkondigen zijn dood, totdat Hij komt.

gemeente: MARANATHA (= Here kom!)


Zend dan, o God, Uw ‘Heilige Geest, zodat wij eten en drinken het leven dat niet vergaat. En zoals dit brood dat wij breken was verstrooid over de velden maar werd samengebracht en één is géworden, breng zo Uw gemeente bijéén van heinde en ver in het rijk van uw yrede.
Want U alleen komt alle eer toe door Jezus Uw Dienaar in eeuwigheid!

gemeente: AMEN.

Voorganger:

Laten we samen, als gemeente van Jezus Christus,

bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:


ONZE VADER………

gemeente zingt:
Christus, heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,

ontferm U onzer;

Christus, heilig Godslam,

die der wereld zonden draagt,
ontferm U onzer;
Christus, heilig Godsiam,
die der wereld zonden draagt,
geef ons Uwen vrede!

Amen.

(of een lied van gelijke strekking)

Uitdeling van brood en wijn

Het brood, dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden,

De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is gemeenschap met het bloed van Christus. Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

6.2 Voor algemeen gebruik II


Voorganger:
Jezus heeft voor allen, die bij Hem willen horen en Hem liefhebben, de maaltijd gegeven om die feestelijk met elkaar te vieren. Daarom vragen we u en jullie om in geloof en blijdschap met ons de gebeden te zeggen en brood en wijn van Hem te ontvangen. Laten wij de Here, onze God, danken, want Hij is goed!

Wij luisteren naar de lofprijzing en zeggen in gedachten mee:


Ja, Here, onze God, U verdient onze dank.

U wilt onze Vader zijn door Jezus Christus, Hij is aan ons mensen gelijk geworden, en is aan U gehoorzaam geweest in alle dingen. Hij hield van de mensen, Hij maakte het weer goed tussen U, Here God, en uw mensen, Hij wees ons de weg om met elkaar te kunnen samenleven. En hoe kwam Hij op voor de mensen die onrecht leden hoe zette Hij zich in voor armen en moedeloze mensen. Voor allen, die geen helper hebben, is Hij de helper geweest!
Ook al moest Hij daarvoor sterven aan het kruis. Maar Hij heeft volgehouden tot aan het einde. Daarom hebt U Hem een erenaam gegeven, opdat ieder in eerbied naar Hem op zal zien en Hem hulde zal brengen. Tot eer van U, onze Vader in de hemel. Daarom willen wij met elkaar, en met allen, die voor ons op deze aarde geweest zijn, en die nu, in de stilte, heel dicht hij U zijn, zingen van uw heilige Naam:

gemeente zingt:
Heilig, heilig, heilig,
hemelhoog verheven
boven ons mensen:
de naam van God de Heer!
Heilig, heilig, heilig,
Schepper van de wereld,
mensen beneden
zingen U ter eer!
(of een lied van gelijke strekking)


Wij danken U, Here, onze God, dat U ons Uw zoon Jezus gegeven hebt.
Hij is voor onze zonden gestorven, en Hij is door U uit de dood opgewekt sla teken, dat het tussen U en ons weer goed is. Met hart en ziel heeft Jezus zich gegeven aan deze wereld. Want in de nacht, waarin Hij werd verraden en verloochend, nam Hij een brood, dankte daarvoor, brak het
en gaf het aan zijn discipelen,

En Hij zei: “Dit is mijn lichaam voor u,
doet dit om Mij te gedenken”.
Toen zij gegeten hadden nam Hij een beker met wijn.

En Hij zei: “deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed; drinkt allen daaruit, en doet dit om Mij te gedenken”.
Zo willen wij gedenken het lijden en de dood van Jezus, onze Heer. Daardoor hebben wij vergeving ontvangen. Wij willen ook gedenken, dat Hij is opgestaan, en nu voor altijd leeft. Wij geloven, dat wij met Hem leven mogen. Wij vragen U, Vader in de hemel, dat wij zo dit brood eten
en van deze wijn drinken; dat wij opnieuw geloven en dankbaar zijn, omdat wij bij U mogen horen.
En leer ons met open ogen en luisterende oren in de wereld te staan; om – net als Hij, Jezus onze Heer – op te komen voor mensen die in de knel zitten, gebrek lijden of onrecht moeten verduren. Leer ons met hen te delen en hun leven te verlichten.


Heer, dan wordt het leven zoals U het bedoelt, dankbaar en feestelijk,
dan zijn wij ook op weg naar Uw toekomst! En onderweg bidden wij tot U zoals Jezus zelf het ons geleerd heeft:


ONZE VADER……


Delen van brood en wijn
Het brood, dat wij breken en aan elkaar geven, vertelt ons, dat Jezus zo voor ons gebroken is en zich aan ons gegeven heeft tot vergeving van al onze zonden.


De beker met wijn, daarmee belijden wij onze vreugde en dankbaarheid, omdat Jezus zijn bloed vergoten heeft tot vergeving van al onze zonden.


U danken wij, Vader in de hemel.
U hebt ons bij onze eigen naam geroepen
om te delen in Uw liefde en te leven in Jezus’ naam.
Wij bidden U, laat ons dit nooit vergeten. En maak ons sterk om te delen,
en te leven met andere mensen om ons heen, zodat ook zij leren. U te danken. Want U verdient onze dank, vandaag en morgen en altijd.
Amen.

6.3 Voor algemeen gebruik III


Na de preek gaan we staan en zeggen samen de


GELOOFSBELIJDENIS:
voorganger:

Wij geloven in God die alles heeft gemaakt,
de zon en de sterren, de dieren en de bloemen,
kinderen en de mensen, hemel en de aarde
gemeente: WIJ GELOVEN IN GOD DE VADER
voorganger:

Wij geloven in Jezus Christus.
Die veel van ons houdt.
Die mens is zoals wij. 

Die voor ons is gestorven, maar die uit de dood is opgestaan
en nu voor altijd leeft bij de Vader.
gemeente: WIJ GELOVEN IN ZIJN ZOON JEZUS CHRISTUS.
voorganger:

Wij geloven in de Heilige Geest.
En wij geloven in een heilige Christelijke kerk,
waar wij Gods woord mogen horen,
waar wij het brood met elkaar delen.
Wij geloven dat God al onze schulden vergeeft.
gemeente: WIJ GELOVEN DAT OOK WIJ EEUWIG MOGEN LEVEN.
AMEN!


voorganger:
De Heer heeft voor allen die bij Hem willen behoren en Hem liefhebben,

de Maaltijd gegeven om feestelijk met elkaar te vieren. Als dienaren van Jezus Christus nodigen wij allen uit om in geloof en blijdschap met ons de gebeden te zeggen en te zingen en brood en wijn te ontvangen uit Zijn hand.


voorganger: De Heer zal met u zijn.
gemeente: DE HEER ZAL U BEWAREN.
voorganger: Verheft nu uw harten tot God en laten wij de Heer onze
dankzeggen want Hij verdient onze dank.

gemeente: GOD WIJ DANKEN U!

voorganger: God, wij danken U met heel ons hart. U hebt ons de aarde gegeven, en alles wat daarop is. Wij zij Uw mensen, Uw kinderen, Niet voor de dood, maar voor het leven hebt Gij ons geschapen. Wij danken U, want dit is de dag van de opstanding van Jezus Uw Zoon. Wij danken U, want met hem zijn wij ook opgestaan ten leven.

We zingen:
Dank U, voor deze nieuwe morgen.
Dank U voor deze nieuwe dag.
Dank U, dat ik met al mijn zorgen
bij U komen mag.


Dank. U, voor heel Uw mooie schepping.
Dank U, o God, voor al wat leeft.
Dank U, dat Jezus met ons mee ging.
Dank U, dat Hij leeft!


Voorganger:
Wij danken U, God, dat Gij ons vanmorgen nodigt:
jong en oud om brood en wijn te delen, om de grote liefde van Jezus te proeven. Wij danken U, dat Jezus met mensen als wij aan tafel ging, en met mensen als wij het brood brak, en met mensen als wij de wijn deelde,
om zo Gods liefde te laten zien.


We zingen:
Dank U! Uw liefde kent geen grenzen.
Dank U! Dat ik nu weet daarvan,
Dank U, o God, ik wil U danken,
dat ik danken kan.

Wij prijzen U God om Jezus Christus, die is: de Levende, begin en einde, eerste uit de doden, licht der wereld, eerstgeborene van heel de schepping, di voor ons werd het Paaslam, dat wegdraagt alle zonden van de wereld. Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, nam Hij brood in zijn handen. Hij sprak de dankzegging uit. Hij brak het, en gaf het aan zijn vrienden met de woorden:
Neemt en eet allen hiervan, want dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Ook nam Hij de beker, nadat de maaltijd was afgelopen. Hij dankte U weer en gaf hem aan zijn vrienden met de woorden:
Neemt deze beker en drinkt allen hieruit,
want dit is de beker van het Nieuwe Verbond, dit is mijn bloed,
dat voor u en voor alle mensen wordt vergoten tot vergeving van zonden.
Doet dit tot mijn gedachtenis.


We zingen:
Dank U, dat Gij hebt willen spreken.

Dank U, Gij hoort een ieders taal.

Denk U, dat Gij het brood wilt breken

met ons allemaal!


Zend dan, o God, Uw Heilige Geest, zodat wij eten en drinken
het leven dat niet vergaat. En zoals dit brood dat wij breken was verstrooid over de velden maar werd samengebracht en één is geworden,

Breng zo Uw gemeente bijéén van heinde en ver in het rijk van Uw vrede. Want U komt ons alle eer toe, U alleen alle heerlijkheid dor Jezus Christus Uw zoon, die ons heeft leren bidden:

ONZE VADER………

De Heer nodigt ons aan Zijn tafel. Hijzelf wil onze gastheer zijn.

Het brood dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus.

De beker der dankzegging waarover wij de dankzegging uitspreken is gemeenschap met het bloed van Christus.

Bijlage

Bijlage I De apostolische geloofsbelijdenis

Bijlage II Het onze vader

Bijlage III De tafel van samen

Bijlage IV Feest van brood en wijn

Bijlage V Een huis voor god e.a.

Bijlage VI Een schaal met brood, een beker wijn

Bijlage VI Gedenken wij dankbaar de daden des Heren

Bijlage VII Heilig, heilig heilig

Bijlage I De apostolische geloofsbelijdenis

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,

Schepper des hemels en der aarde.

En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onze Here, Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle.

Ten derden dage wederom opgestaan van de doden, opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders,
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.


Ik geloof in de Heilige Geest, Ik geloof een heilige,
algemene Christelijke Kerk,
de gemeenschap der heiligen,
vergeving der zonden,
wederopstanding des vleses
en een eeuwig leven. Amen.

Bijlage II Het onze vader

Onze Vader, die in de hemelen zijt,

Uw Naam worde geheiligd;
Uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede,

gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;

en leidt ons niet in verzoeking,

maar verlos ons van de boze.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid

tot in eeuwigheid. Amen.

Bijlage III De tafel van samen

Bijlage IV Feest van brood en wijn

Bijlage V Een huis voor god e.a.

Bijlage VI Een schaal met brood, een beker wijn

Bijlage VI Gedenken wij dankbaar de daden des Heren

Literatuur

W.R. van der Zee, Onze Hulp.

W.R. van der Zee, In het huis van de levende.

GKN, Orde van diensten.

GKN, De tafel van de heer ook voor kleine gelovigen.

Ds. Anje J.C.C. van der Pers, Samen met de kinderen aan tafel.